Beste vraagsteller,
de wet van Dam is helaas niet van toepassing op huurcontracten, en ook niet op contracten in verenigingsverband.(zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Abonnement) De vraag is of er sprake is van een rechtsgeldige opzegggingstermijn in uw contract. Het betreft geen woonruimte maar andersoortige huurruimte ,
zie
Artikel 228 (boek7)

1. Een huur voor bepaalde tijd aangegaan, eindigt, zonder dat daartoe een opzegging vereist is, wanneer die tijd is verstreken.

2. Een huur voor onbepaalde tijd aangegaan of voor onbepaalde tijd verlengd eindigt door opzegging. Heeft de huur betrekking op een onroerende zaak die noch woonruimte, noch bedrijfsruimte is, dan dient de opzegging te geschieden tegen een voor huurbetaling overeengekomen dag op een termijn van tenminste een maand.

　
U moet dus nagaan of het huurcontract gebruikscontract voor bepaalde of onbepaalde tijd is, en als u dan maandelijks betaalt heeft u het recht om op te zeggen met inachtneming van een maand.

Het antwoord kan echter anders luiden als u in verenigingsverband gebruik maakt van de stallen.

Ik kan u helpen met het schrijven van een brief tegen een aantrekkelijk tarief, zie de direct contact knop.

Beste vraagsteller,
het maakt werkelijk niet uit hoe partijen het contract benoemen; het gaat er om dat volgens het belangrijkste gebruik =de hoofdprestatie u naar de letter van de wet een een huurcontract hebt met daarbij behorende nevendiensten. Zie

Artikel 201 (boek 7)

1. Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich verbindt aan de andere partij, de huurder, een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie.


Het is wel zo dat het achterhouden van het paspoort
( retentierecht/opschortingsrecht) een gerechtvaardigde grond moet hebben.