Zakelijk, Arbeid, Schade
Particulier
zou zo leuk zijn als de kinderen en ik een keer wat leuks kunnen doen in de vakantie
De Hoge Raad (de hoogste rechter in Nederland) heeft op 31 oktober 2014 een uitspraak hierover gedaan. In die uitspraak staat het volgende:
“Het voorgaande brengt mee dat de jaarlijkse uitbetaling van het vakantiegeld geheel voor beslag vatbaar is indien het maandelijkse inkomen in de maanden waarin het vakantiegeld werd opgebouwd, steeds boven de beslagvrije voet uitkwam. Indien het maandelijkse inkomen in die maanden steeds beneden de beslagvrije voet is gebleven, is het vakantiegeld slechts voor beslag vatbaar voor zover het als maandelijkse aanspraak tezamen met het daadwerkelijk in die maanden genoten inkomen zou zijn uitgekomen boven de beslagvrije voet in die maanden, telkens per maand beoordeeld. Indien de schuldenaar in de periode waarin het vakantiegeld werd opgebouwd een wisselend inkomen heeft genoten, waardoor het in sommige maanden beneden de beslagvrije voet bleef en in andere maanden daar bovenuit kwam, geldt eveneens hetgeen in de vorige volzin is vermeld”.
Dat betekent grofweg dat het vakantiegeld (theoretisch) door 12 wordt gedeeld en dan bij de maandelijkse uitbetalingen wordt opgeteld. Als er dan in die maanden een deel van uw uitkering plus het vakantiegeld boven de beslagvrije voet uitkomt kan dat worden ingehouden door de beslaglegger.
Uit uw verhaal blijkt dat er maandelijks een deel van uw uitkering wordt ingehouden. Daaruit zou blijken dat uw maandelijkse uitkering boven de beslagvrije voet uitkomt. Het vakantiegeld kan dan volledig worden ingehouden in de maand mei.
Ik hoop dat u er wegwijs uit wordt.