Stel vraag

Zakelijk, Arbeid, Schade

Particulier


Een BV in Nederland richt een BV op in Singapore. Voor deze BV in Singapore zijn de aandeelhouders: 1. BV Nederland, 2. lokale aandeelhouders die de vestiging runnen en 3. een Duitse partner die nu nog optierecht heeft.

1. Als de Duitse partner besluit het optierecht aan te nemen, is er dan ook sprake van een joint-venture constructie?

2. In hoeverre kan er worden gesproken over een moederbedrijf-dochteronderneming relatie?

Bedankt.

Er spelen allerlei potentiƫle internationaalrechtelijke en Singaporese rechtsvragen. Ik beantwoord alleen vanuit mijn NL-recht perspectief.

De Duitser met een optie tot het aankopen van aandelen is nog geen aandeelhouder en dus geen "volwaardige" partner. Van een Joint-venture (gezamenlijke onderneming) is pas sprake als je samen een activiteit op de rails zet. In Nederland is het oprichten van een VOF tussen verschillende BV's een vaak gebruikte constructie. Van een moeder-dochter relatie wordt meestal pas gesproken als een BV de meerderheid van de aandelen houdt die zijn uitgegeven door een andere BV, de laatste noemt men dan vaak de dochter.

Beoordeel dit antwoord:


Gratis antwoord op juridische vraag

Stel vraag