Wonen, Buren
Particulier
Als u meent dat uw perceel een recht van overpad heeft over het buurperceel, dan zult u moeten stellen en zo nodig moeten bewijzen dat dit zo is. En als erfdienstbaarheidsonderzoek tot 1950 niets heeft opgeleverd, dan zult u wel verder terug moeten speuren.
Dat de voordeur tot 10 jaar geleden nog werd gebruikt, kan ook zijn gebaseerd op een onderlinge afspraak van de toenmalige bewoners/eigenaren, die niet geldig is tussen de huidige betrokkenen.
Een erfdienstbaarheid kan inderdaad door partijen onderling worden opgeheven of op vordering van een partij ook door de rechter. Daar zou dan wel een akte of vonnis van moeten zijn ingeschreven in het register van het kadaster.
Ik vermoed dat het pad waarover u uw voordeur kunt bereiken een zogenaamde buurweg is. Dat is een rechtsfiguur uit het Oude Burgerlijk Wetboek (artikel 719 om precies te zijn) die nog steeds geldig is. Er zijn drie objectieve vereisten voor het ontstaan van een buurweg:
- er moet naar uiterlijke toestand een stuk grond zijn die bestemd is voor verkeer,
- de weg mag niet de enige uitweg zijn (anders heet het een noodweg) en
- de weg moet gebruikt worden door twee of meer buren (inclusief de eigenaar).
Dan is er nog een subjectief vereiste:
- het was ook expliciet de bedoeling van de betrokkenen dat er een buurweg zou ontstaan.
Een buurweg is dus vergelijkbaar met een erfdienstbaarheid, maar is nergens terug te vinden.
Als op deze manier een buurweg is ontstaan, kan die niet eenzijdig door één van de buren opgeheven worden, maar alleen door een gezamenlijk besluit van alle buren.
Zeker bij historische panden met de voordeur in een steeg (die waarschijnlijk toegang bood aan de woonvertrekken op de verdiepingen) en een winkel aan de straat, gaat het vrijwel altijd om een buurweg.