Voor een opdrachtgever zijn wij bezig een aanbouw te realiseren. Hiervoor is de vergunning ingediend en afgewezen op basis van de volgende regel in het bestemmingsplan:

Ter plaatse van de aanduiding ‘vrijstaand’ geldt dat één zijde naast het hoofdgebouw vrij moet blijven van gebouwen over een strook van minimaal 3 m breed tot 8 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw.

De woning staat op de hoek van een wijk. Aan de rechterzijde staat op 2,5m een woning van de buurman aan de linkerzijde ligt een straat.

Mijn vraag is of de vrij te blijven zijde aangegeven in het bestemmingsplan direct aan de zijgevel moet liggen of ook na de aanbouw mag liggen. Samenvattend het plan is niet vrij aan de rechterzijde omdat daar de woning van de buurman staat. Aan de linkerzijde bouwen we een aanbouw met daarnaast een onbebouwde strook die aan de voorwaarde van 3m over de volledige lengte voldoet (weliswaar ligt dit gebied op de straat van de gemeente).