Splitsing van inbreng in nalatenschap?

In het jaar 2000 heb ik van mijn ouders een flinke schenking ontvangen in de vorm van een renteloze lening die in dat jaar en de twee daarop volgende jaren werd kwijtgescholden. Hiervan zijn destijds een formele schuldbekentenis en aktes van kwijtschelding opgesteld door een notaris. In die aktes staat 'De begiftigde is niet vrijgesteld van de verplichting tot inbreng van het geschonkene in de nalatenschap van de schenkers' (meervoud 'schenkerS').

Dit laatste is nu van belang omdat mijn vader eind 2021 is gestorven. Als ik het goed begrijp, moet deze schenking nu ten laste van mijn erfdeel worden ingebracht in de nalatenschap van mijn vader, waarna de gehele nalatenschap weer wordt verdeeld over alle erfgenamen (er zijn er drie, mijzelf inbegrepen).

Mijn vraag is deze: mijn ouders waren in 2000, toen ze de akte beiden ondertekenden, getrouwd in gemeenschap van goederen. Een paar jaar later zijn ze gescheiden. Heb ik nu het recht om slechts de helft van de schenking uit 2000 in te brengen in de nalatenschap van mijn vader, en de andere helft op een later moment in de nalatenschap van mijn moeder (die, voor de goede orde, nog leeft)? En als ik dat recht heb, hoe heet het in juridisch jargon, op welk principe doe ik daarbij een beroep?