Overheid, Gemeente, Vergunning
Particulier
Rechtsongelijkheid waterschapsbelasting?
Wij hebben met terugwerkende kracht waterschapsbelasting moeten betalen over 2020/2021/2022. Onze woning (en) waren nog niet "afgemeld". Nu hebben wij als eerste deze navordering moeten betalen terwijl meerdere buren (huizen zijn op exact hetzelfde moment opgeleverd) veel later de aanslagen hebben ontvangen waardoor 2020 voor hen kwam te vervallen in verband met de 3 jaarstermijn. Onderstaand het antwoord van de belastinginner. Hebben deze juridisch gelijk? Wij hebben pech en de buren geluk?
In het contactformulier heeft u aangegeven dat u het vreemd vindt dat u wel aanslagen voor belastingjaar 2020 heeft ontvangen, maar vier buren uit de rij woningen waarin u woont niet. Die hebben wel, net als u, aanslagen voor belastingjaar 2021 ontvangen. U vindt dat u de aanslagen voor 2020 ook niet hoeft te betalen en wenst het betaalde terug te ontvangen.
Op 5 juli 2023 is een bericht naar u verzonden dat BSOB ging kijken of we andere belastingplichtigen alsnog een aanslagbiljet gaan versturen.
Uit onderzoek is gebleken dat een aantal aanslagen voor de waterschapsbelasting 2020 en 2021 nog niet waren opgelegd. Eind 2022 is het grootste deel daarvan alsnog opgelegd nadat de voor de aanslagen benodigde informatie was verzameld en vastgelegd. Belastingaanslagen mogen tot drie jaar na het ontstaan van het belastbaar feit worden opgelegd. Dus tot 31 december 2023 mogen aanslagen voor de belastingjaren 2023, 2022 en 2021 worden opgelegd. Aanslagen voor belastingjaar 2020 hadden uiterlijk op 31 december 2022 dienen te zijn opgelegd. Dat is in een aantal gevallen niet gelukt. Dat betreft blijkbaar enkelen van uw buren.
U geeft aan dat u dit rechtsongelijkheid vindt. Ik deel die mening niet. Iedereen is gehouden tot het voldoen van de aan hem of haar opgelegde belastingaanslagen. Dat een enkeling voor een belastingjaar door omstandigheden geen aanslag ontvangt en die niet binnen de termijn van drie jaren alsnog kan worden opgelegd, houdt niet in dat aan geen van alle andere belastingplichtigen een aanslag kan worden opgelegd. Degenen die het betreft hebben kortweg een jaartje heel veel geluk gehad.
In het contactformulier heeft u aangegeven dat u het vreemd vindt dat u wel aanslagen voor belastingjaar 2020 heeft ontvangen, maar vier buren uit de rij woningen waarin u woont niet. Die hebben wel, net als u, aanslagen voor belastingjaar 2021 ontvangen. U vindt dat u de aanslagen voor 2020 ook niet hoeft te betalen en wenst het betaalde terug te ontvangen.
Op 5 juli 2023 is een bericht naar u verzonden dat BSOB ging kijken of we andere belastingplichtigen alsnog een aanslagbiljet gaan versturen.
Uit onderzoek is gebleken dat een aantal aanslagen voor de waterschapsbelasting 2020 en 2021 nog niet waren opgelegd. Eind 2022 is het grootste deel daarvan alsnog opgelegd nadat de voor de aanslagen benodigde informatie was verzameld en vastgelegd. Belastingaanslagen mogen tot drie jaar na het ontstaan van het belastbaar feit worden opgelegd. Dus tot 31 december 2023 mogen aanslagen voor de belastingjaren 2023, 2022 en 2021 worden opgelegd. Aanslagen voor belastingjaar 2020 hadden uiterlijk op 31 december 2022 dienen te zijn opgelegd. Dat is in een aantal gevallen niet gelukt. Dat betreft blijkbaar enkelen van uw buren.
U geeft aan dat u dit rechtsongelijkheid vindt. Ik deel die mening niet. Iedereen is gehouden tot het voldoen van de aan hem of haar opgelegde belastingaanslagen. Dat een enkeling voor een belastingjaar door omstandigheden geen aanslag ontvangt en die niet binnen de termijn van drie jaren alsnog kan worden opgelegd, houdt niet in dat aan geen van alle andere belastingplichtigen een aanslag kan worden opgelegd. Degenen die het betreft hebben kortweg een jaartje heel veel geluk gehad.