Stel vraag

Overheid, Gemeente, Vergunning

Particulier


Recentelijk kregen we van de gemeente Boxmeer een brief waarin zij aankondigen dat wij een stuk grond (groot 170 vierkante meter) voor ons huis, onderdeel van perceel dat volledig is afgebakend met een haag, moeten gaan pachten of kopen(46 euro per meter Exc.). Wij hebben ons huis in 1993 gekocht toen mijn schoonouders zijn overleden. Ook zij hebben dit stuk grond al jarenlang (wij denken vanaf 1970) in gebruik en onderhouden, nooit iets voor betaald . In 1997 heeft de gemeente de grond te koop aangeboden, waar we niet op gereageerd hebben, ook de gemeente daarna niet meer. Naar aanleiding van de recente brief hebben we, ook 2 buren die de zelfde brief kregen, met de wethouder en ambtenaren gesproken en een compromis was dat wij de grond kosteloos mogen blijven gebruiken, maar dat dit recht vervalt bij evt. Verkoop. Mijn vraag is kan ik succesvol verjaring claimen, en wat zijn ongeveer de kosten van juridische bijstand( gemeente zal ongetwijfeld procederen), of moet ik ingaan op het huidige aanbod om het stuk grond kosteloos te gebruiken zolang wij er wonen.
Graag een advies.

Deze vragen zijn altijd moeilijk te beantwoorden. M.i. unt u zeker een beroep doen op verjaring.

Beoordeel dit antwoord:

Ik ga ervan uit dat in het Kadaster valt te zien dat het stuk grond niet van u is. Als door plaatsing van de haag etc. naar 'buiten' de indruk is gewekt dat u zich als eigenaar van de betreffende grond beschouwt, is er juridisch sprake van bezit. Maar wel bezit 'niet te goeder trouw', want de werkelijke stand van zaken (de gemeente is eigenaar) blijkt uit de openbare registers (het Kadaster).

Als bezit dat niet te goeder trouw is, twintig jaar voortduurt, vervalt het recht van de eigenaar om een eind aan die situatie te maken en wordt u (door verjaring) juridisch eigenaar. Wel is van belang dat het bezit onafgebroken voortduurt. Verder volgt uit de wet dat bij bezit dat niet te goeder trouw is, een reeds lopende verjaringstermijn niet door een rechtsopvolger wordt voortgezet.

U hebt het stuk grond nog niet twintig jaar in bezit. Belangrijk is daarnaast dat u destijds met de gemeente een compromis hebt bereikt, inhoudend dat u de grond kosteloos mag gebruiken. Daarmee hebt u het recht van de gemeente als eigenaar erkend. Sedertdien gebruikt u de grond op basis van toestemming van de gemeente en dus in feite op basis van een (ongeschreven) gebruiksovereenkomst. Daarmee is juridisch niet langer sprake van 'bezit' (het naar buiten toe 'laten zien' dat u zichzelf als eigenaar van het stuk grond beschouwt). Bij die stand van zaken is de verjaring sinds 1997 niet meer voortgezet, en zou er van verjaring geen sprake kunnen zijn.

U geeft echter ook aan dat uw schoonouders het stuk grond al in gebruik hadden. Indien uit het Kadaster kon worden afgeleid dat het stuk grond van iemand anders was, gold ook voor hen dat – aangenomen dat er sprake was van bezit, en dus dat ‘naar buiten toe’ bleek van eigendomspretenties van uw schoonouders - het bezit niet te goeder trouw was. Vóór 1992 was verkrijgende verjaring door bezit dat niet te goeder trouw was, niet mogelijk. Per 1 januari 1992 is dat veranderd en is een verjaringstermijn van twintig jaar ingevoerd. In verband met overgangsrechtelijke bepalingen kon per 1 januari 1993 voor het eerst sprake zijn van verkrijgende verjaring. U hebt in 1993 gekocht. Als dat na 1 januari 1993 is geweest, was de verjaringstermijn van twintig jaar op dat moment al voltooid (uitgaand van een bezit dat in 1970 is aangevangen). Ik ga er echter van uit dat bij de overdracht van het perceel dat eigendom was van uw schoonouders, geen aandacht is besteed aan het stuk grond dat zij in gebruik hadden en waarvan zij wellicht (door verjaring) eigenaar zijn geworden. Het kan dan zijn dat het stuk grond juridisch nog van uw schoonouders is. Als dat anders zou zijn dan hoor ik dat wel van u.

Overigens bent u het die moet bewijzen dat er gedurende meer dan twintig jaar bezit is geweest, en dat de verjaring is voltooid vóórdat u van uw schoonouders kocht. Dat kan door bijvoorbeeld foto’s en/of getuigenverklaringen.

Wat betreft het bewijs dat er sprake was van bezit (zonder bezit geen verjaring) is het overigens van belang dat u zich realiseert dat ‘alleen maar’ het plegen van onderhoud aan een stuk grond nog geen bezit daarvan oplevert. Bezit zou wel kunenn volgen uit (bijvoorbeeld) de wijze waarop de door u genoemde haag is geplaatst, het doorleggen van een terras en/of tuin op het bewuste stuk grond, enz. Alleen zo blijkt namelijk op afdoende wijze ‘naar buiten toe’ dat uw schoonouders zich als ‘eigenaars’ van het stuk grond beschouwden.

Afsluitend: u kunt voor een kleine 8.000 euro eigenaar van de grond worden. Dat is een heel bedrag, maar als u niet voor gesubsidieerde rechtsbijstand in aanmerking komt kan een juridische procedure u zomaar hetzelfde kosten, zelfs als u die zaak uiteindelijk zou winnen. Ik zou u voor dit moment adviseren te proberen uw onderhandelingspositie te versterken door de gemeente te berichten dat al in 1993 door verkrijgende verjaring de eigendom van het stuk grond is verkregen, dat u dus geen reden hebt de grond te pachten of te kopen, maar dat u bereid bent de helft van de door de gemeente gevraagde vierkantemeterprijs te betalen om een rechtszaak te voorkomen. Kopen lijkt mij wel de voorkeur te hebben boven 'alleen maar' een persoonsgebonden gebruiksrecht: bij verkoop levert uw woning een stuk meer op als u die 170 m2 grond erbij kunt verkopen.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

1. Ik heb geen compromis met de gemeente bereikt over kostenloos gebruik van de grond, sterker nog er is nooit (tot voor het eerst in 1997) met de gemeente contact geweest over de grond.
2.De gemeente heeft zelf in het verleden de haag geplaatst die een duidelijke afscheiding geeft met gemeentegrond en "onze grond". Mijn schoonouders en later ikzelf hebben paden en oprit aangelegd.
3.Ik heb huis gekocht in 1993 (7 december) middels een koopakte waarin vastgelegd is kwijting van andere erfgenamen(2 broers en 1 zus van mijn vrouw). Mijn schoonvader is overleden in 1991 en mijn schoonmoeder in 1993 (reden van koop door mij en mijn vrouw).
4. Middels foto's en getuigenverklaringen kan ik aantonen dat het bewuste stuk grond al minstens vanaf 1970 bij huis is getrokken en als zodanig ook herkenbaar was. Daarmee ga ik er vanuit dat verjaring al bij koop in 1993 een feit was. Echter hier is nooit aandacht aan besteed.
5. Kopen (ook tegen gereduceerde prijs) is voor mij geen optie.
6. gesubstitueerde rechtsbijstand is ook geen optie.
Wat te doen?


Gratis antwoord op juridische vraag

Stel vraag