Het afstaan van celmateriaal na een onherroepelijke veroordeling vindt plaats bij een groot aantal delicten. Het gaat veelal om delicten waarop een gevangenisstraf van 4 jaar of meer is gesteld. Er zijn echter ook delicten waarop minder dan 4 jaar gevangenisstraf is gesteld, maar die toch leiden tot verplichte afname van celmateriaal na een onherroepelijk geworden veroordeling. Vernieling is zo'n dergelijk delict. Mijn advies aan u is om toch DNA af te staan. Indien u dit niet doet, dan kan de officier van justitie bevelen u aan te laten houden. Tegen de opslag van celmateriaal staat bezwaar open. Dat wil zeggen dat u binnen 14 dagen na de dag waarop celmateriaal is afgenomen een bezwaarschrift kan indienen.

Indien u aannemelijk kunt maken dat opslag van uw celmateriaal niet in verhouding staat met de ernst van het misdrijf waarvoor u bent veroordeeld of dat opslag van uw DNA niet van betekenis zal zijn ter voorkoming of opsporing van een misdrijf in de toekomst, dan kan de rechter oordelen dat het celmateriaal dat door u is afgestaan vernietigd moet worden.

U kunt echter niet in bezwaar gaan tegen de afname zelf. Het bezwaar richt u tegen de opslag van uw celmateriaal. Indien u hulp nodig heeft bij het opstellen van een bezwaarschrift, dan raad ik u aan zo spoedig mogelijk een strafrechtadvocaat in uw omgeving raad te plegen.

Zoals eerder vermeld, geldt bij vernieling en beschadiging een uitzondering op de hoofdregel van 4 jaar of meer gevangenisstraf. Noch het OM noch de minister van Veiligheid en Justitie heeft hier invloed op, dit is bij wet bepaald. Indien u geïnteresseerd bent in de wettelijke bepalingen, dan kunt u het nalezen in de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden en artikel 67 lid 1 sub b Sv.

Iedere strafrechtadvocaat kan een bezwaarschrift voor u indienen. Het gaat hier niet om een bijzondere specialisatie. De kans van slagen kan vooraf moeilijk bepaald worden, maar niet geschoten is altijd mis!

Ik wens u veel succes bij het verdere verloop van deze zaak.