Zakelijk, Arbeid, Schade
Particulier
Ouders hoeven zich niet te verantwoorden ten opzichte van hun kinderen over de wijze waarop zij hun eigen vermogen beheren. Uw vader is eigen baas over zijn eigen zaken.
Wellicht doelt uw broer er op dat het spaargeld ook (deels) behoort tot de nalatenschap van moeder en dat hij daar als erfgenaam ook toe gerechtigd is en daar zeggenschap over heeft. Dan is het van belang vast te stellen of er een testament van toepassing en wat het moment van overlijden is geweest. Als moeder overleed na 2003 en er geen testament is gemaakt dan is de wettelijke verdeling van toepassing, die er op neer komt dat alle goederen van de nalatenschap naar de langstlevende ouder gaan en de kinderen hun erfdeel krijgen in de vorm van een niet-opeisbare vordering.
Vader is in dat geval niet gehouden zekerheid te stellen voor deze vordering. De strekking van de huidige wettelijke regeling dat de langstlevende ouder voldoende verzorgd wordt achtergelaten en zoveel in staat gesteld wordt het bestaande leefpatroon voort te zetten zonder daarbij afhankelijk te zijn van (de luimen van) de kinderen.
Als uw moeder voor 2003 overleden is dan zou de situatie anders kunnen zijn. Mocht er een testament zijn gemaakt dan is de inhoud daarvan bepalend voor de positie van uw vader.