Als er vermogen is of mogelijk een grote geldsom uiteen rechtzaak komt wordt een toevoeging vaak voorwaardelijk verleend. Dat wil zeggen dat als u uiteindelijk in de positie komt dat uw vermogen hoger is dan de grens die wordt gesteld bij het evt. wel/niet verlenen van een toevoeging, u alsnog moet betalen voor de werkzaamheden die voor u werden verricht. Om die reden legt een advocaat als het goed is vooraf vast wat u moet betalen als de toevoeging niet wordt verleend of een voorwaardelijke toevoeging later alsnog wordt ingetrokken. Transparantie van de advocaat is daarbij belangrijk.
Achtergrond is dat overheid en advocatuur met het toevoegingen systeem samen feitelijk de kosten dragen voor wie dat zelf niet/moeilijk kan. Daar staat tegenover dat de Raad voor rechtsbijstand die grens redelijk streng bewaakt.

Ik zal grote theoretische verhandelingen achterwege laten. Ik ga er van uit dat u rechtstreeks een brief met/over toekenning van de toevoeging ontving van de Raad voor Rechtsbijstand (doen ze altijd). Daarop staat dan aangegeven dat het een voorwaardelijke toevoeging betreft. Als dit juist is, kan de advocaat zich daarmee vrijpleiten. Los daarvan hoort hij wel te wijzen op de voorwaardelijkheid van de toevoeging en dat schriftelijk vast te leggen. Als dat niet is gebeurd kunt u dit voorhouden en vragen om in overleg een korting te bepalen (onder de voorwaarde dat u - alleen - dat bedrag) ook snel betaalt.

Als u contact opneemt met de Raad voor Rechtsbijstand krijgt u beslist antwoord op uw vraag of het een voorwaardelijke toevoeging betrof en of deze is ingetrokken en waarom dan. De Raad voor Rechtsbijstand is er op gericht u goed te informeren. Van hun kant is het denk ik niet krom.