Zakelijk, Arbeid, Schade
Particulier
Mijn vraag is dan ook: wat is nu waar, mag ik slechts 10% van mijn verlofuren mee nemen en kan ik fluiten naar de rest of is dit in strijd met de wet en heb ik recht op die verlofuren?
Blijkens art. 7:642 BW verjaren aanspraken op vakantiedagen na 5 jaren. Deze bepaling is blijkens art. 7:645 BW van dwingend recht. Er mag dus niet bij nadere afspraken van worden afgeweken.
Veel rechtsgeleerden reageren dan ook zeer kritisch gereageerd op betwistbare uitspraken zoals die van de Kantonrechter Leeuwarden die u aanhaalt. Zie ook Rb. 's-Gravenhage 12 april 1989, Prg. 1989, nr. 3084, p. 365 en Ktg. Heerlen 19 mei 1995, JAR 1995/142.
Deze situatie gold tot 1 januari 2012. Op die datum is art. 7:640a BW in werking getreden, die luidt: "De aanspraak op het minimum, bedoeld in artikel 634, vervalt zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen. Bij schriftelijke overeenkomst kan ten gunste van de werknemer worden afgeweken van de termijn van zes maanden, bedoeld in de eerste zin." Deze regeling geldt voor de vakantie-aanspraken die na 1 januari 2012 worden opgebouwd.
Samenvattend is de regeling van uw werkgever naar mijn mening in strijd met de wet voorzover het vakantie-aanspraken betreft die zijn opgebouwd tot 1 januari 2012. Het is ook in strijd met de (nieuwe) wet voor de vakantie-aanspraken die daarna zijn opgebouwd voorzover hierin niet de gelegenheid wordt geboden deze binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar op te nemen.