Stel vraag

Particulier


Ik heb met mijn verzekering een verschil van mening over het feit dat zij mijn verzekering hebben opgeschort ondanks dat er premie in die periode is betaald.
De premie voor mijn verzekering wordt automatisch geïncasseerd,over de periode 10-06-2012 tot 10-07-2012 is dit niet gelukt. Hierover kreeg ik op 03-07-2012 een herinnering. Toen werd op 10-07-2012 premie geïncasseerd. Dit is langs elkaar heengegegaan dacht ik dus heb geen actie meer ondernomen.. Ik ging daarna tot 14-08-2012 op vakantie, toen ik terugkwam lag er een herinnering over de periode tot 10-07-2012 en een bericht van het RDW dat mijn auto niet verzekerd was op 14-08-2012. Ik heb direct contact gezocht met de verzekering en die vertelde mij dat de verzekering opgeschort zou zijn vanaf 10-06-2012. En dat de afgeschreven premie voor de volgende periode was. Ik vind het vreemd dat wanneer er premie binnenkomt voor een en hetzelfde polisnummer dat dit niet voor het langst openstaande bedrag is. Tevens is het vreemd dat ik uitgeschreven wordt terwijl er over een volgende periode premie is betaald. Dat de verzekering wordt beïndigd van 10-06-2012 tot10-07-2012 dat kan ik dan nog enigszins begrijpen maar niet zoals nu het geval is van 10-06-2012 tot 15-08-2012 (Op 16-08-2012 heb ik zodra ik wist hoe het precies zat het premiebedrag overgemaakt) Het RDW heeft gecontroleerd op 14-08-2012 en dit kost mij dan EUR 390 Ik heb bij mijn verzekering een artikel 34 opgevraagd, maar dit willen zij niet afgeven. Nu is mijn vraag kan deze opschorting van de verzekering, omdat ik wel premie heb betaald over de periode na 10-07-2012

De eerste stelling betreft de vraag of verzekeraar in het licht van der per 1 januari 2006 geldende titel 7.17 BW op grond van de vaststaande feiten schorsing van de dekking kan bewerkstelligen.

Artikel 7:934 BW is met onmiddellijke werking van toepassing sinds 1 januari 2006. Op grond van dit artikel kan slechts sprake zijn van opschorting van dekking ten gevolge van niet tijdig betaalde vervolgpremie, indien na de vervaldag van de premie en onder vermelding van de gevolgen van het uitblijven van betaling vruchteloos is aangemaand tot betaling van een termijn van 14 dagen, aanvangende de dag na de aanmaning.

De in de Wet gestelde termijn van 14 dagen is een constitutief vereiste: indien hieraan niet is voldaan kan volgens de bepaling, die evident ter bescherming van de verzekerde tot stand is gekomen, geen schorsing volgen. Uit de vaststaande feiten blijkt dat niet aan dit vereiste is voldaan: u heeft geen enkele aanmaning of iets dergelijks ontvangen(?)

Afwijking van art. 7:934 BW is in beginsel onmogelijk voor consumenten. Op grond van het bovenstaande kunt u de verzekeraar, opnieuw, de dekking te herstellen op dat tijdstip te herstellen.
En vervolgens te bezien in hoeverre deze kwestie dan in der minne geregeld kan worden met CJIB?RDW.

Beoordeel dit antwoord:


Gratis antwoord op juridische vraag

Stel vraag