Ik begrijp uw situatie niet helemaal. U had uw scooter tijdelijk geschorst. Dat bent u toen vergeten te verlengen, waardoor u een boete had gekregen van het RDW. Daarna heeft u de scooter (of onderdelen daarvan) verkocht ?

Beste vraagsteller,
U geeft aan dat in de periode dat de scooter geschorst is geweest (1 jaar) deze uit elkaar is gehaald en verkocht. De schorsing bleek te verlopen na een jaar en daar heeft u een brief over ontvangen. Hierin werd gemeld dat de schorsing zou verlopen. En nu heeft u dus een boete voor het niet verzekerd hebben van een brommer die inmiddels eigenlijk niet meer bestaat.
Kijk, het RDW checkt alleen of de scooter die u in uw bezit heeft, verzekerd is. Op het moment dat u de scooter verkoopt dan krijgt u een zogenaamd vrijwaringsbewijs waarmee u bij het RDW kunt aangeven dat de scooter niet meer van u is. Dat geldt hetzelfde als u onderdelen van de scooter verkoopt en daardoor de scooter onbruikbaar wordt. Dus op het moment dat u de onderdelen van de scooter verkocht had, had u uw scooter moeten afmelden bij het RDW dat deze scooter niet meer een motorvoertuig was (oftewel totallos). Het feit dat de RDW u een boete geeft zonder van te voren te waarschuwen is gewoon mogelijk. Als u kunt bewijzen dat (het kenteken) van de brommer niet meer bruikbaar is en op welk moment dat was, dan kunt u eventueel bezwaar maken tegen de boete om deze kwijt te schelden of gedeeltelijk te laten gelden.