Wonen, Buren
Particulier
Mijn vraag: kan ik onderling met het kind een eigen overeenkomst opstellen waar dit recht op vruchtgebruik alsnog vastgelegd wordt? Zover ik de wet ken is elke overeenkomst tussen twee partijen rechtsgeldig (zelfs mondeling), dus het onderling op schrift stellen van dat recht en ondertekenen zou voor mijn gevoel afdoende moeten zijn. Klopt dit of is er een bepaalde kronkel in het systeem dat aangeeft dat dit alleen per notariële akte toegestaan is?
Dank voor uw vraag. Het is mij echter niet geheel duidelijk waarom u een recht van vruchtgebruik ten behoeve van uw kind zou willen vestigen. De vruchtgebruik-constructie wordt meestal gebruik bij overdracht van ouderlijke woning tijdens het leven van (één van ) ouders met als doel om bij overlijden van de ouder(s) successiebelasting te besparen. In dat geval verkrijgt het kind de eigendom van de woning (door koop of schenking) en krijgen de ouder bv tot aan hun overlijden het vruchtgebruik van de woning. In uw geval kunt u de woning natuurlijk altijd door uw kind laten bewonen. De 'eigen gebruik' bepaling in de koopakte kan ik ook niet duiden. Dit zou te maken kunnen hebben met het feit dat het mogelijk een appartementsrecht betreft. Is dit het geval?
In Nederland wordt een vruchtgebruik op een onroerende zaak (of ander registergoed) overigens gevestigd door de inschrijving van een notariële akte in de openbare registers.
Reactie van de vraagsteller
Als eerste mijn dank voor uw snelle antwoord!
Om e.e.a. wat te verduidelijken: zelf woon ik sinds lange tijd in het buitenland, het kind in kwestie wilde terug naar Nederland en speciaal daarvoor werd er een huis in Nederland aangekocht. Dat huis is mijn eigendom en blijft mijn eigendom; het kind kan er gewoon zonder huur in wonen. Het kind geeft sindsdien bij de aangifte het vruchtgebruik op; zelf geef ik bij mijn aangifte in Nederland (omdat ik nu eenmaal aldaar een huis bezit) het blote eigendom op = de WOZ-waarde - dezelfde vruchtgebruik waarde. De fiscus stelt nu dat er in de aankoopakte "eigen gebruik" staat en geen recht van vruchtgebruik is vastgelegd en dat mijn aangifte dus foutief is. Tevens is er ook geen sprake van een leegwaarderatio omdat er geen huurcontract is opgesteld en ook geen huur overeengekomen is. De fiscus wil dus de volle WOZ waarde doorberekenen.
Ik snap aan een kant de logica van uw antwoord, echter komt het begrip 'vruchtgebruik' voor mij daarbij enigszins verwarrend over. Het vruchtgebruik wat het kind in de aangifte moet doen is dan niet helemaal hetzelfde als 'het recht op vruchtgebruik' waar u en de fiscus naar refereren?
Voor mijn gevoel klopt de redenatie van de fiscus hierin niet helemaal en wordt er gemeten met twee maten. Enerzijds moet het kind een hoge mate van vruchtgebruik in de aangifte doen en anderzijds moet ik daarbij dus ook nog de volledige WOZ waarde opgeven in de aangifte.
De term 'vruchtgebruik' wordt dan als breekijzer gebruikt in twee tegenovergestelde richtingen om daarbij steeds het maximale fiscale resultaat te behalen. Het kind krijgt een hoge aanslag omdat het er wel is; ik krijg een hoge aanslag omdat het er niet is...