Consument, Verzekering, Schade
Particulier
Dit standpunt kan de gemeente niet zomaar innemen en is afhankelijk van de omstandighedeb. De gemeente moet eigen schuld bewijzen. Als u ernstig letsel heeft kunt ook nog een beroep doen op de billijkheidscorrectie. U heeft in geval van letsel rechtshulp nodig. Ik ben bereid u te helpen, mijn hulp is in dezen kosteloos.
De verzekeraar doet waarschijnlijk een beroep op de uitspraak van de rechtbank Roermond waarin kort gezegd de schade volgens de rechter maar voor 50 % hoeft te worden vergoed omdat de wielrenner met hoge snelheid en voorovergebogen reed en daardoor er sprake was van eigen schuld bij een wielrenner die tegen een geleidebaken is gefietst. Uit dit uitspraak kan worden afgeleid dat bij wielrennen er sprake kan zijn van eigen schuld ook al erkent de gemeente aansprakelijkheid.
Mooi dat aansprakelijkheid erkend is. Nu gaat het alleen nog om de vraag of de verzekeraar van de gemeente met succes kan stellen en bewijzen dat er sprake is van gedeeltelijke eigen schuld. Helaas gebeurt het vaak dat verzekeraars proberen met vertraging en lastig doen een slachtoffer akkoord te laten gaan met een lagere schadevergoeding. Als het om een behoorlijke schade gaat adviseer ik betaling oip te eisen via een advocaat. Als u een rechtsbijstandverzekeraar heeft kunt u hen vragen of zij de kosten willen dragen. Waarschijnlijk willen zij dan eerst zelf proberen het voor u te regelen.
Het hangt inderdaad af van de omstandigheden of er eigen schuld kan worden aangenomen. Dat zal de gemeente als wegbeheerder moeten bewijzen. In een uitspraak van de Rechtbank Maastricht uit 2011 werd bijvoorbeeld geen eigen schuld aangenomen (hier was de Provincie de wegbeheerder). Ik vermeld hieronder de passage uit het vonnis:
3.16. Daar vast staat dat [verzoeker] is gevallen vlak nadat hij op het fietspad is gekomen,kan hem niet worden tegengeworpen dat hij de grillige asfaltrand alsmede het hoogteverschil met de afwateringsgeul had dienen op te merken en zijn rijgedrag hieraan had dienen aan te
passen. Daarbij komt dat [verzoeker] het betreffende fietspad niet goed kende. Het feit dat [verzoeker] met zijn schoenen vastzat aan de pedalen vormt evenmin een omstandigheid waarvan moet worden aangenomen dat die heeft bijgedragen aan de valpartij. Volgens [verzoeker] is hij direct bij het corrigeren van zijn stuur¬gang (in een poging om terug te komen op het fietspad) gevallen. Tijd om met zijn voeten de val te voorkomen of te breken,was er niet, aldus [verzoeker]. Tegenover dit relaas heeft de Provincie Limburg onvoldoende naar voren gebracht op grond waarvan zou kunnen worden aangenomen dat sprake zou zijn geweest van eigen schuld zoals bedoeld in artikel 6:101 BW. Het verweer van de Provincie Limburg wordt verworpen.