Ik ben gepensioneerd sedert 2008. Ik ontvang een pensioen van het ABP. In 1992 ben ik gescheiden. In het echtscheidingsconvenant is een jaarbedrag vastgesteld door het ABP, dat ik verplicht ben te betalen aan mijn exvrouw. Gedurende 4 jaren heb ik incidentele betalingen gedaan, doch jaarlijks een afrekening gemaakt. Ik ben, zoals het echtscheidingsconvenant aangeeft, van mening dat ik slechts jaarlijks een afrekening hoef te maken. In februari van dit jaar krijg ik echter zonder een voorafgaande betekening een aanmaning van een deurwaarder, in opdracht van mijn exvrouw, een schrijven. In dit schrijven word ik verplicht maandelijks de betaling te voldoen. Bovendien moest ik nog hiervoor de bijkomende kosten van de deurwaarder betalen en het gestelde bedrag voor een bepaalde datum betalen. Dat heb ik inmiddels betaald. Ik heb hierover het ABP geinformeerd wat mijn verplichtingen zijn in deze. Het antwoord was dat deze afspraak in onderling overleg gemaakt moet worden. Echter, onderling overleg, is in mijn situatie niet mogelijk.
Mijn mening is gebaseerd op het echtscheidingsconvenant, het echtscheidingsvonnis en de berekening van het ABP.
In het convenant staat het volgende: "Onder toedeling van een voorwaardelijk recht op uitkering van een bedrag van 4713,-gulden per jaar in verband met de toedeling van de vermelde pensioerechten aan Leijs, opeisbaar naarmate de pensioerechten opeisbaar worden".
In het echtscheidingsvonnis staat:"Tussen partijen is in confesso dat de opgebouwde pensioenrechten aan Leijs worden toebedeeld onder toekenning aan "exvrouw" van een voorwaardelijk recht op uitkering, zoals weergegeven in de door Leijs in het geding debrachte brief van het ABP van 11 november 1992".
In debrief van het ABP staat: "De voorwaardelijke uitkering:
is 4713 gulden per jaar opeisbaar naarmate de pensioentermijnen opeisbaar worden".
Het volledige pensioen wordt aan mij maandelijks overgemaakt door het ABP. Het ABP heeft in deze geen enkele bemoeienis. De betalingrechten/plichten zijn op mij te verhalen.
Ben ik gerechtigd zelf de betalingstermijnen te bepalen of moet ik voldoen aan de maandelijkse betaling zoals mij dat recentelijk wordt opgelegd.
Wellicht is het nog opportuun te vermelden dat mijn exvrouw reeds vele jaren getrouwd is en gezien het pensioeninkomen van haar huidige man er geen noodzaak bestaat dat zij dit bedrag nodig heeft per maand. Mijn interpretatie is dan ook niet anders dan de zaak te frustreren.
Graag wil ik hierover een antwoord van U.
MVRGR. A. Leijs.