Hoe verder als je in het gelijk bent gesteld als kandidaat voor een sociale huurwoning?

Mijn dochter staat sinds 2017 als woningzoekende ingeschreven bij Woonnet Haaglanden. Op 17 maart jl. kreeg zij een woning aangeboden die ze accepteerde. Dezelfde dag kreeg ze echter bericht dat het niet door kon gaan omdat ze onterecht de status van doorstromer had. Ze was starter omdat ze geen zelfstandige woning achterlaat.
Mijn dochter is hiertegen in beroep gegaan bij de Regionale Klachtencommissie Woonruimteverdeling Haaglanden, omdat zij wel degelijk doorstromer is. Zij draagt voor 50% co-ouderschap voor haar 10-jarige zoon en volgens de voorwaarden zou zij dan doorstromer door echtscheiding zijn geweest.
De klachtencommissie heeft in het voordeel van mijn dochter uitspraak gedaan. Tot zoverre is er niets aan de hand.
Maar nu moet ze volgens Woonnet Haaglanden weer gewoon op haar beurt wachten voor een woning. Ik ben het daar niet mee eens, omdat ze normaliter op dit moment al een passende woning zou hebben gehad. Daarom lijkt het mij dat zij nu als eerste kandidaat voor een woning in aanmerking zou moeten komen.
Hoe zit dat juridisch? Klopt mijn bewering?
Er speelt trouwens nog iets belangrijks. Op 1 juli a.s. vervalt de status doorstromer door echtscheiding definitief en als zij dan nog geen woning heeft, wordt ze weer gewoon starter. Dat kan toch niet? Ze woont nu op één kamertje van 10 m2 en kan haar zoon niet geven waar hij recht op heeft.