Hoe bereik ik dat een gerechtsdeurwaarder Wetboek Burgerlijke Rechtsvordering art. 438 lid4 toepast?

Gerechtsdeurwaarder BJK heeft executoriaal derdenbeslag gelegd zonder de beschikking te hebben over de titel van een voordelige uitspraak van een vonnis inzake een door de eiseres bij de rechtbank ingediende vordering van dwangsommen.
Bezwaar ingediend bij de gerechtsdeurwaarder: Eiseres heeft noch bij mij noch bij de rechtbank een vordering ingediend, er is dus geen sprake van een voor de beslaglegging noodzakelijke gestelde vordering.
Ik heb de gerechtsdeurwaarder verzocht, geëist, gevorderd Wetboek Brv art. 438 lid 4 toe te passen en het bezwaar voor te leggen aan de voorzieningenrechter maar tot op heden weigert de gdw te voldoen aan de wet.
Wat moet ik doen om de gerechtsdeurwaarder te verplichten het wetboek op te volgen?