Stel vraag

Overheid, Gemeente, Vergunning

Particulier


Geschil belastingdienst mbt bepaling toeslagpartners

In 2020 ben ik gescheiden. Mijn ex heeft het huis behouden en ik ben samen met mijn dochter (als tijdelijke oplossing) in het huis van een familielid in Uithoorn gaan wonen. Deze heeft namelijk een tweede (vakantie)woning op de Veluwe. Echter, in de woning mag je niet definitief wonen en derhalve kan zij niet uitgeschreven worden van haar huisadres in Uithoorn. Voor de belastingdienst staan wij dus met 3 personen ingeschreven op dit adres en voeren wij een gezamenlijk huishouden en dus zijn wij ook automatisch toeslagpartners. Dit betekend dat toeslagen waar ik o.b.v. Mijn salaris recht op zou hebben (KGB, kinderopvangtoeslag en zorgtoeslag) niet toepassing zijn. In oktober 2020 ben ik opzoek gegaan naar een manier waarop we toch ingeschreven kunnen staan, maar we geen toeslagpartners zouden zijn. Ik heb de situatie vaker uitgelegd, ben meerder keren doorverbonden geweest om bij de “juiste collega uit te komen” en de gemeente Uithoorn en belastingdienst hadden 1 oplossing: “maak een onderhuur overeenkomst en stuur dit op naar de belastingdienst”. Ik heb dit advies uitgevoerd. De toeslagen werden toen netjes overgemaakt (fijn, ik kon financieel weer adem halen). Totdat ik op een later tijdstip werd gebeld door de belastingdienst dat ze de aanvraag afwezen, omdat er geen spraken was van onderhuur. Uit het huurcontract bleek namelijk dat ik de gehele woning huur (dat klopt, zo heb ik dat ook meerdere keren aangegeven aan de telefoon). Ik heb toen nog geïnformeerd of dat besluit dan anders zou worden indien mijn tante wel enkele nachten thuis zou slapen, maar dat was niet het geval. Ik heb wederom de situatie uitgelegd en gevraagd wat ik moest doen. Ik moest dan maar een bezwaar schrijven en de situatie wederom uitleggen. Zo gezegd, zo gedaan. Vervolgens ontstond er een stressvolle en frustrerende periode van niet kunnen bereiken van de belastingdienst alsook als ze te bereiken waren dat er geen antwoorden kwamen op je vragen. Ze wilde bewijs dat we geen gezamenlijk huishouden voeren, maar wat voor bewijs ze nodig hadden kon dan niet gezegd dat worden. Uiteindelijk hebben zij besloten ook het bezwaar af te keuren omdat er een inconsistent verhaal is ontstaan (eerst ging het om onderhuur en later niet meer) en ook was er niet voldoende bewijs schijnbaar. Het is mij tot op de dag van vandaag nog steeds niet duidelijk wat voor bewijs ze nu nodig hebben dat voldoen zou zijn om in het gelijk gesteld te worden. Inmiddels duurt dit gezeur dus al sinds oktober 2020, er liggen momenteel 4 rekeningen van gestorte toeslagen die ik terug moet betalen, dit gaat om een bedrag van €2.487,-. Ik had nooit verwacht dat dit het resultaat zou worden. Ik ben dan ook pas sinds 3 dagen in het bezit van een rechtsbijstandsverzekering, hoogstwaarschijnlijk te laat om mij te helpen met deze kwestie. Ik kijk dan ook uit naar uw hulp/advies in deze.

In principe was de informatie juist: u had een huurcontract nodig voor onderhuur / kamerverhuur. Zodat er geen sprake is van een duurzame samenleving. Overigens kunt u nog bewijzen dat er geen sprake is van een duurzame samenleving als u niet de huishoudelijke kosten deelt zoals boodschappen en lasten en dat u ook niet voor elkaar zorgt. Alle bewijs is toegestaan. Ik weet niet of u dan sterker staat. Ik zou er een rechtspraak onderzoek op willen wagen. Dat heeft echter alleen zin als beroep nog open staat.

Beoordeel dit antwoord:

Gratis antwoord op juridische vraag

Stel vraag