Stel vraag

Zakelijk, Arbeid, Schade

Particulier


Geachte meneer/mevrouw,

Op maandag 20 september 2010 ben ik in dienst getreden bij de desbetreffende stichting. Daar werk ik elke maand hetzelfde aantal uren, met uitzondering van 1 a 2 maanden in de zomervakantie

In juli 2011 ben ik voor 4 maanden naar het buitenland geweest waarna ik op 14 februari 2012 kreeg ik te horen dat ik opnieuw een contract zou krijgen welke op 21 februari 2012 in is gegaan met onderstaande aard van de overeenkomst:

De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor 1 jaar en wel van 21-02-2012 tot en met 20-02-2013. De overeenkomst voor bepaalde tijd kan door zowel de werkgever als de werknemer wel tussentijds worden opgezegd. Indien tussentijds wordt opgezegd dient een opzegtermijn van 2 maanden in acht te worden genomen.


1. De werknemer is verplicht aan een oproep door of namens de werkgever, gehoor te geven.

2 De werkgever zal in beginsel uiterlijk 24 uur voordat de werkzaamheden aanvangen de oproep doen plaatsvinden. In de praktijk zijn voor de logeerweekenden de data minimaal 3 maanden van te voren vastgesteld.

Vervolgens kreeg ik eind december 2013 te horen dat de coordinator de werksituatie niet meer ziet zitten en mij dus wilt onstlaan. Daarop heb ik om een schriftelijke bevestiging hiervan gevraagd. Daar was het antwoord als volgt op:

"Er is geen sprake van een ontslag zoals jij bedoelt. We kunnen besluiten je niet op te roepen of in overleg met jou de overeenkomst te beƫindigen. In dat laatste geval zal ik een getuigschrift maken"

Mijn vraag is dan ook of dit zo gedaan kan worden of dat ik gezien de tijd dat ik al voor hun werk iets van rechten op heb gebouwd of in ieder geval recht heb op een schriftelijke bevesteging. Na wat navraag bij vrienden kwam naar voren dat zij mij in ieder geval de 2 maanden tot aan het einde van mijn contract (stilzwijgend verlengd en loopt nu dus tot feb 2014) door zouden moeten betalen ivm gewoonterecht.

Graag hoor ik van u,

Met vriendelijke groet,

U heeft beslist een goede zaak. Afhankelijk van het arbeidspartroon tot en met eind december, zou daar op basis van artikel 7:611a en b Burgerlijk Wetboek een vordering kunnen ontstaan. U kunt contact met mij opnemen om te bezien of ik u juridisch kan ondersteunen.

Beoordeel dit antwoord:


Gratis antwoord op juridische vraag

Stel vraag