Wat is de juridische aard van het hieronder beschreven geding?


Vraagsteller

Het bestuur van de vereniging (rechtspersoon) neemt tegen een der leden een (disciplinaire) maatregel. Het lid gaat hiertegen in beroep bij de beroepscie van deze vereniging (procedure is geregeld in de statuten). Is de behandeling van de zaak door de beroepscie arbitrage als genoemd in boek 4 van het WvBRv (ik denk dan met name aan de bepaling van art. 1020 lid 5)

Jurist

Op basis van de informatie kan ik alleen een algemeen antwoord geven aangezien ik niet weet wat er eventueel meer in de statuten staat en wat er precies aan de hand is. Arbitrage is in principe geschillenbeslechting door een onafhankelijk scheidsgerecht. Het aantal in het scheidsgerecht moet oneven zijn (mag ook 1 zijn). Zie bijvoorbeeld art. 1026 RV. Hier lijkt geen sprake van te zijn. Artikel 2:35 BW geeft aan dat het bestuur (of een in de statuten aangewezen orgaan) een lid kan ontzetten en een lidmaatschap kan opzeggen. Dit onder omstandigheden zoals in de statuten genoemd, bv. als het lid niet meer aan de voorwaarden voldoet of als het niet van de vereniging verwacht kan worden dat het lidmaatschap voort blijft duren. In de statuten (of een reglement) kunnen ook regels omtrent een schorsing of de te volgen procedure zijn neergelegd. Op basis van uw informatie lijkt het te gaan om bevoegdheden van het bestuur/een intern orgaan omtrent het lidmaatschap.

Neem de volgende stap

Blijf niet rondlopen met vragen over je situatie. Stel je vraag en krijg persoonlijk antwoord van een ervaren jurist.
Privacy is gewaarborgd.