Juridische vragen over uitkeringen? Ontvang gratis advies!


Vraagsteller

Uitkeringsinstantie die mijn bovenwettelijke uitkering verzorgt (vanaf april 2014) heeft zonder mij vooraf in te lichten de einddatum van de uitkering tot aow-leeftijd verlengd (conform CAO 2016). Einddatum was 30.04.2017, is 23 mei 2018 geworden. In een mail met een vraag over vakantiedagen 2017, die ik de uitkeringsinstantie heb gestuurd, was haar antwoord dat ik nog 6 dagen tegoed had (voor 1 mei 2017 op te nemen). Dit antwoord en ook einddatum 30.04.2017 waren voor mij aanleiding om mijn pensioen bij mijn pensioenfonds aan te vragen. Dit pensioen is inmiddels toegekend (en is onherroepelijk). Echter, zou ik vooraf hebben geweten dat mijn bovenwettelijke uitkering is verlengd dan had ik geen pensioen aangevraagd (pensioen is ruim euro 200,00 lager dan uitkering), Verder....uitkeringsinstantie heeft pensioenfonds een onjuiste einddatum doorgegeven, namelijk 31.05.2017. Had uitkeringsinstantie pensioenfonds laten weten dat mijn bovenwettelijke uitkering is verlengd (informatie- en zorgplicht van uitkeringsinstantie en pensioenfonds(?)) dan zou pensioenfonds mijn aanvraag voor pensioen hebben afgewezen. Uitkeringsinstantie wijst mijn verzoek om financiële compensatie af. In haar antwoord laat uitkeringsinstantie weten: klanten zijn niet individueel benaderd en klanten dienen zelf de laatste cao te raadplegen. Ik ben van plan om een klacht bij de klachtencommissie van uitkeringsinstantie in te dienen.....maar heeft klagen wel zin? Nationale Ombudsman mag 'mijn zaak' niet behandelen...want uitkeringsinstantie is geen zelfstandig bestuursorgaan. Nota bene: ik heb 3 juli 2017 een klacht bij het 'uitkeringsteam' gedeponeerd en ook op 10 juli 2017 nog een herinneringsmail. Tot nu toe geen reactie.

Jurist

Meestal geldt, men heeft alleen recht op een bovenwettelijke WW via de werkgever als men ook een WW-uitkering krijgt van het UWV. Het UWV bepaalt hoe lang uw WW-uitkering duurt (afhankelijk van arbeidsverleden). Echter, kan het zijn dat de CAO bepaalt dat tot een bepaalde duur de 'bovenwettelijke WW' wordt uitbetaald. Dat zegt verder niets over uw WW-uitkering want daar heeft u recht op voor de duur zoals het UWV dit heeft bepaald. Omdat de AOW-leeftijd is opgeschoven, spelen CAO en werkgevers partijen hier ook op in. Dus een persoon kan nu recht hebben op een WW-uitkering tot de AOW-gerechtigde leeftijd. Anders zou het kunnen zijn dat als een persoon nog recht zou hebben op een WW (want het recht is nog niet verbruikt), deze evengoed bij 65-jarige leeftijd zou stoppen. Op zich gunstig. Nu uw casus. U zou moeten bekijken op hoeveel maanden vanaf 2014 u recht zou hebben op een WW. Maximale duur is echter 38 maanden (op grond van toen geldende wetgeving). Als u vanaf april 2014 recht had op een WW, en recht op het maximale (staat vast in een beschikking die u destijds heeft gehad) dan zijn de 38 maanden op 31 mei 2017 ( 3 jaar + 2 maanden) verstreken. De einddatum 31 mei 2017 kan dus kloppen, want dan zat u op maximale duur van 38 maanden. Dus uw WW recht is 'op' en stopt uw WW-uitkering, en daarmee hoogstwaarschijnlijk ook uw bovenwettelijke uitkering. Is meestal de vuistregel dat de bovenwettelijke WW net zo lang loopt voor de duur van het recht op de WW-uitkering. Dus het kan zijn, dat u dus überhaupt geen recht meer heeft op een WW, en daarom ook niet meer op bovenwettelijke WW, en u daarom nu uw pensioen moet aanspreken. Het hangt per sector af of iemand recht heeft op een aansluitende uitkering, maar dat komt pas in beeld na afloop van de WW-periode en alleen voor zover u op dat moment nog werkloos bent. Uit uw verhaal lees ik niet of de CAO hier in voorzag en of u ook aan die voorwaarde voldeed. Heeft met oude wachtregeling te maken of als er sprake was van een specifieke ontslaggrond. Maar niet iedere sector voorziet hier in. U kunt dat nog nakijken. Als hier geen sprake van is, dan denk ik dat het wel goed is gegaan en een klacht inderdaad niets zal uithalen. Omdat uw maximale WW-recht nu eenmaal 'op' is (38 maanden verstreken vanaf april 2014).

Vraagsteller

Bedankt voor het antwoord. Uitkering ww is beëindigd en in een bovenwettelijke uitkering overgegaan. In de toekenningsbrief van uitkeringsinstantie bovenwettelijke uitkering is een einddatum XX YY ZZZZ genoemd.....Met ingang van einddatum heb ik ook bedrijfspensioen aangevraagd en die is inmiddels (onherroepelijk) toegekend. Maar........CAO Voortgezet Onderwijs 2016/ 2017 bepaalt dat bovenwettelijke uitkeringen voor onderwijspersoneel op datum totstandkoming CAO naar de AOW leeftijd van betrokkenen wordt/ is verlengd. Deze verlenging, in feite een uitkering die opnieuw dient te worden aangevraagd, heeft uitkeringsinstantie bovenwettelijke uitkeringen op eigen initiatief verlengd, zonder mededeling aan betrokkenen, Ook op haar website heeft uitkeringsinstantie niets vermeld. Nu lopen er twee betaalstromen naast elkaar: pensioen en uitkering....Mag uiteraard niet....Uitkering is echter ruim 30% hoger dan pensioen. Het lijkt mij dat uitkeringsinstantie verantwoordelijk is. Jammer dat uitkeringsinstantie een private onderneming is en geen publiekrechtelijke zelfstandige bestuursorganisatie (pzbo). Was dat laatste maa r zo...dan is een gang naar de ombudsman pensioenen een 'logische' stap. Nu kunnen gedupeerden alleen maar de klachtencommissie van uitkeringsinstantie inschakelen, toch 'minder neutraal' dan ombudsman lijkt mij.

Neem de volgende stap

Blijf niet rondlopen met vragen over je situatie. Stel je vraag en krijg persoonlijk antwoord van een ervaren jurist.
Privacy is gewaarborgd.