Stel vraag

Zakelijk, Arbeid, Schade

Zakelijk


Ik heb koeien en fosfaatrechten. Niet bij ieder dier, jongvee heb ik fosfaatrechten en waarvoor ik die niet heb ga ik verkopen. De overheid zegt dat is goed maar als het dier wel een kalf krijgt moet je alsnog met terugwerkende kracht een boete betalen. Dus verkoop met een kettingbeding dat er nooit met het dier gefokt mag worden. Dat heeft tot gevolg dat natuurlijk niemand dat dier koopt. Is een kettingbeding in dit geval toegestaan of word deze nietig verklaard. Ik kan er tenminste niets mee. Het blijven natuurlijk levende dieren en de natuur laat zich niet altijd sturen. Ben ik verantwoordelijk voor een dier dat ik niet meer in eigendom heb.

Alleen als u heeft gekozen om gebruik te maken van de vrijstellingsregeling Zoogkoeienhouderij (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2018-60129.html) dan dient u er via een kettingbeding voor te zorgen dat de door u verkochte vrouwelijke kalveren niet in de melkveehouderijsector terecht komen, zie artikel 2.1 sub b.)
Als u naast vleesvee ook melkvee houdt op 1 bedrijf, dan kunt u van de vrijstellingsregeling geen gebruik maken (zie artikel 2.1.sub a.)

Mij is geen regeling bekend die u in het algemeen verplicht om als u kalveren verkoopt omdat u onvoldoende fosfaatrechten heeft om deze dieren als melkvee aan te mogen blijven houden, u altijd bij de koper moet bedingen dat dit vrouwelijk jongvee nooit een kalf krijgt.

Het is aan de koper om er voor te zorgen dat deze (voldoende) fosfaatrechten heeft om het kalf als melk(jong)vee aan te houden.
Als de koper een vleesveehouder is en het dier strikt voor de vleesveehouderij aanhoudt (dwz met in achtneming van de beleidsregel fosfaatrechten jongvee vleesveehouderij, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2018-38996.html), dan heeft deze koper voor het houden van de van u gekochte koekalveren geen fosfaatrechten nodig.

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

Ik ken de regelgeving. Jongvee wat ik verkoop omdat ik daar geen P-rechten voor heb, mogen nooit een kalf geven. Dat staat in de beleidsregel jongvee van vleesvee. Als ze bij een andere eigenaar alsnog een kalf geven moet ik daarvoor P-rechten hebben met terug werkende kracht voor de periode dat dat dier deel uitmaakte van mijn veebeslag. De moeilijkheid is dat niemand het dier koopt met een kettingbeding met daarin een boeteclausule en ik die dieren niet kan houden.


U schrijft:
Jongvee wat ik verkoop omdat ik daar geen P-rechten voor heb, mogen nooit een kalf geven. Dat staat in de beleidsregel jongvee van vleesvee. Als ze bij een andere eigenaar alsnog een kalf geven moet ik daarvoor P-rechten hebben met terug werkende kracht voor de periode dat dat dier deel uitmaakte van mijn veebeslag.

Kunt u mij aangeven op grond van welke bepaling of als gevolg van welke bepaling uit de beleidsregel jongvee het door u bedoelde kettingbeding voortvloeit?
Ik ken alleen de regeling uit de Vrijstellingsregeling Zoogkoeienhouderij, die inderdaad leidt tot de achter het bureau verzonnen regeling van verkoop, van kalveren met een kettingbeding dat deze kalveren nooit als melkvee zullen worden gehouden.
U kunt mij desgewenst rechtstreeks benaderen via de optie "direct contact" van rechtswinkel.nl

Beoordeel dit antwoord:

Reactie van de vraagsteller

Ik ken de regelgeving. Jongvee wat ik verkoop omdat ik daar geen P-rechten voor heb, mogen nooit een kalf geven. Dat staat in de beleidsregel jongvee van vleesvee. Als ze bij een andere eigenaar alsnog een kalf geven moet ik daarvoor P-rechten hebben met terug werkende kracht voor de periode dat dat dier deel uitmaakte van mijn veebeslag. De moeilijkheid is dat niemand het dier koopt met een kettingbeding met daarin een boeteclausule en ik die dieren niet kan houden. In de toelichting van de beleidsregel artikel 2 staat: Het fosfaatrechtenstelsel geldt dus voor elk kalf dat op enig moment in haar leven zelf een kalf krijgt.


De beleidsregel jongvee is in eerste instantie bedoeld om in de visie van de Minister ten onrechte (voor vleesvee) wel verleende fosfaatrechten (per peildatum 2 juli 2015 ) te kunnen intrekken. Dit jongvee wordt als het ware gevolgd en als blijkt dat dit jongvee niet heeft gekalfd, worden de desbetreffende fosfaatrechten van de veehouder die het dier op 2 juli 2015 hield ingetrokken. De vraag is of dit terecht is. Hier wordt nog over geprocedeerd.

Terug naar uw situatie nu. Als u in 2018 vrouwelijk rundvee houdt dat heeft gekalfd dan houdt u melkvee, tenzij u heeft gekozen om gebruik te maken van de vrijstellingsregeling Zoogkoeienhouderij (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2018-60129.html) In dat geval heeft u voor het door u gehouden vrouwelijk vee geen fosfaatrechten nodig en moet u dus de rechten die u wel zijn toegekend dan ook inleveren zonder enige vergoeding ! Ook moet u er voor zorgen dat kalveren van uw bedrijf buiten de melkveesector blijven (= geen melk gaan produceren voor menselijke consumptie). Dit kan door een kettingbeding op te nemen dat (= juridische schijnzekerheid) de koper en opvolgende kopers er voor zorgen dat het kalf zelf niet zal kalven of wel voor de slacht/ als vleesvee zal worden gehouden. Blijkt later dat het kalf wel heeft gekalfd, dan wordt het met terugwerkende kracht beschouwd als kalf bestemd om (zoog)koe te worden, voor het houden waarvan fosfaatrechten vereist zijn en dient u aan te tonen dat u in de periode dat u het kalf hield over voldoende fosfaatrechten beschikte. Dit kunnen dan dus alleen aangekochte fosfaatrechten zijn, want als vrijgestelde zoogkoeienhouder had u alle toegekende rechten al ingeleverd. Of wel de vrijgestelde zoogkoeien-houder heeft geen fosfaatrechten nodig tenzij achteraf bezien een uit het bedrijf van de vrijgestelde zoogkoeien-houder afkomstig kalf als nog in de melkveehouderij terecht komt / melkkoe wordt. Voor dit dier had de vrijgestelde zoogkoeienhouder achteraf bezien dus toch fosfaatrechten moeten hebben.

Als u niet heeft gekozen voor de vrijstellingsregeling, dan dient u voor al het vrouwelijk vee fosfaatrechten te hebben en houdt u in 2018 meer vee dan u in 2018 benutbare fosfaatrechten heeft, dan overtreedt u de Meststoffenwet.
Echter als u achteraf kunt bewijzen dat een vrouwelijk kalf dat u heeft gehouden (als niet -zoogkoeienhouder) en later heeft doorverkocht is gestorven zonder zelf te hebben gekalfd, dan heeft u een punt als u stelt dat u achteraf bezien voor het houden van dit kalf geen fosfaatrechten nodig had. Echter zolang het dier leeft wordt het geacht een kalf te zijn bestemd als melkvee of om zoogkoe te worden en dient de houder te beschikken over fosfaatrechten, ongeacht of u heeft bedongen dat het door u verkochte kalf nooit zelf een kalf zal mogen krijgen.

Beoordeel dit antwoord:


Gratis antwoord op juridische vraag

Stel vraag